Boerenbond toont minister Clarinval noodzaak van gewasbeschermingsmiddelen

Boerenbond nodigde maandag minister Clarinval uit om met landbouwers in gesprek te gaan over de noodzaak aan gewasbeschermingsmiddelen en de strenge regelgeving waaraan ze moeten voldoen om gewasbeschermingsmiddelen te mogen inzetten. De landbouwers willen met dit initiatief vooral tonen wat ze allemaal al doen en het debat voeren op basis van wetenschappelijke inzichten.
Minister Clarinval ging in gesprek met Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens en vertegenwoordigers uit de plantaardige sectorvakgroepen van Boerenbond: fruitteelt, groenteteelt, akkerbouw en sierteelt. Ze belichten de noodzaak van gewasbeschermingsmiddelen en de noden die ze hebben om in de toekomst nog efficiënter met gewasbeschermingsmiddelen om te gaan met aandacht voor het milieu maar tegelijk ook te kunnen blijven boeren en niet in te boeten op de kwaliteit en opbrengsten van de gewassen.
De Metaforumstudie van KU Leuven stelt immers dat wanneer het gebruik en risico van chemische gewasbeschermingsmiddelen met 50% gereduceerd wordt, zoals werd voorgesteld door de Europese Commissie in de vorige legislatuur, dit zou neerkomen op een gemiddeld opbrengstverlies van 12% in Europa. Om hetzelfde niveau van productie te behouden zou dit beteken dat we in Europa 11 miljoen ha meer land nodig hebben.
Gewasbeschermingsmiddelen voor planten zijn zoals medicijnen voor mensen
Gewasbeschermingsmiddelen hebben verschillende doelen zoals planten gezond maken, voedselverlies beperken en voedselveiligheid garanderen. “Gewasbeschermingsmiddelen zijn zoals geneesmiddelen voor mensen. Het is dan ook noodzakelijk dat ze voorhanden blijven. Vooraleer een middel van de markt wordt gehaald, moeten er evenwaardige alternatieven zijn,” duidt Lode Ceyssens voorzitter van Boerenbond.
“Wij hebben al heel wat maatregelen genomen om het gebruik van beschermingsmiddelen te doen dalen. We werken hiervoor via het IPM-systeem waardoor we gewasbescherming enkel inzetten wanneer alle andere alternatieven onvoldoende werken. We werken met systemen om de middelen gericht te gebruiken waar het nodig is en op het ogenblik dat het nodig is. Meer en meer zetten we hierbij ook in op precisielandbouw,” duidt een landbouwer.
Volgens de Harmonised Risk Indicator (HRI), een indicator die de trends in het risico van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de Europese Unie meet, is het risico van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de Vlaamse landbouw voor de menselijke gezondheid en het milieu tijdens de periode 2011-2022 met 46% afgenomen. “De inspanningen van onze landbouwers hebben dus weldegelijk resultaat,” vult Ceyssens aan.
Ondersteunend beleid voor voedselzekerheid
Ondanks al deze inspanningen, blijft er vaak een negatief beeld heersen rond gewasbeschermingsmiddelen. Maar een volledige reductie tot nul, behoort niet tot de mogelijkheden. Dat zal elke hobbytuinier of moestuinhouder kunnen beamen. De sector wil wel verder inspanningen leveren om gewasbeschermingsmiddelen nog efficiënter in te zetten en alternatieven in te zetten waar mogelijk.
Boerenbond vraagt daarom aan de federale overheid dat er een versnelling wordt ingezet als het aankomt op onderzoek en innovatie naar onder andere biologische gewasbeschermingsmiddelen maar ook dat er aanpassingen gebeuren aan te beperkte mogelijkheden die er soms zijn zoals frequentie en toepassingstechniek en dat er afstemming gebeurt met de gewesten over de criteria voor de keuring van de spuittoestellen.
Minister Clarinval: “Ik ben blij dat ik hier aanwezig was en heb heel wat interessante inzichten opgedaan. Ik begrijp dat landbouwers heel wat hindernissen tegenkomen als het rond gewasbescherming draait en dat ze gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben om ons te kunnen blijven voorzien van kwaliteitsvol voedsel. Ik neem de bezorgdheden van de landbouwers mee.”
Voor meer informatie kan u terecht bij:
Tessa De Prins